14460 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
(Vertrekken is een beetje sterven.)
Partir ........ morir un poco.
es = het, hij, zij is. Hier gebruikt de spreker het werkwoord ser omdat het om een definitie gaat.
(Dit dorp aan de kust heeft twee campings)
Este pueblo costero tiene dos ........ .
Leenwoorden krijgen in het meervoud meestal +s.
De andere vormen zijn niet correct.
Las bolsas de plástico tardan (500) ........ años en desaparecer.
Plastic zakken doen er 500 jaar over voor ze verdwenen zijn.
quinientos, -as = 500
De telwoorden 200 tot en met 900 richten zich qua geslacht naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen.
De vormen cincocientos, cincociento bestaan niet.
¿Tienes (een zakdoek) ........ para mí?
Heb je een zakdoek voor mij?
pañuelo = zakdoek; hoofddoek; halsdoek
pañal = luier
pañoleta = omslagdoek
pulsera = armband
© 2019 - NU Beter Spaans is een initiatief van Martin van Toll Producties in samenwerking met de redactie van NU Beter Spaans |