14460 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
La nieve (smelt) ........ .
derretirse (i) = smelten
derrumbarse = ineenstorten
desaguarse = afwateren; weglopen
desalojarse = vertrekken; verhuizen
El testigo se presentó (bij) ........ la jueza.
presentarse ante = zich melden bij
ante = bij, voor, geplaatst voor (figuurlijk)
antes de = voor (tijd)
junto a = langs
para = voor, naar (doel)
- ¿Qué hago con las toallas?
- (Geef ze) ........ a Luisa, ella las lavará.
Dáselas: dit zijn drie aan elkaar geschreven woorden.
Da (geef) + se (aan haar) + las (ze, de handdoeken)
le (meewerkend voorwerp, aan haar) wordt se als het voorafgaat aan lo, la, los, las (lijdend voorwerp).
¡Que los años no te hagan más viejo, sino (wijzer) ........ !
sabio, -a = wijs
erudito, -a = geleerd
experto, -a = ervaren
listo, -a = intelligent, slim
© 2019 - NU Beter Spaans is een initiatief van Martin van Toll Producties in samenwerking met de redactie van NU Beter Spaans |