MOB-versie | Naar grote versie



tegenwoordige tijd

el presente

 

De werkwoorden kunnen worden onderscheiden in drie groepen:

 

1. regelmatige werkwoorden

2. werkwoorden met een klankverandering

3. onregelmatige werkwoorden

 

 

1. regelmatige werkwoorden

 

De regelmatige werkwoorden worden verdeeld in drie groepen. Bepalend voor de groep zijn de laatste twee letters van het hele werkwoord: -ar, -er of -ir.

 

Je maakt de vervoegingen door ar van het hele werkwoord af te halen. Je houdt dan de stam over. Vervolgens zet je een uitgang achter de stam.

 

 

werkwoorden op -ar: cantar, trabajar, estudiar, mandar, ... 

 

  cantar zingen
yo cant-o ik zing
cant-as jij zingt
él/ella/usted cant-a hij/zij/u zingt
nosotros/as cant-amos wij zingen
vosotros/as cant-áis jullie zingen
ellos/ellas/ustedes    cant-an zij/u(mv) zingen

 

 

werkwoorden op -er: comer, vender, beber, temer, ...

 

  comer eten
yo com-o ik eet
com-es jij eet
él/ella/usted com-e hij/zij/u eet
nosotros/as com-emos wij eten
vosotros/as  coméis jullie eten
ellos/ellas/ustedes   comen zij/u(mv) eten  

 

werkwoorden op -ir: escribir, partir, existir, subir, ...

 

  escribir schrijven
yo escribo ik schrijf
escribes jij schrijft
él/ella/usted escribe hij/zij/u schrijft
nosotros/as escribimos wij schrijven
vosotros/as   escribís jullie schrijven
ellos/ellas/ustedes   escriben zij/u(mv) schrijven  

 

 

2. werkwoorden met een klankverandering

 

Bij deze werkwoorden verandert de 'e' of de 'o' in de stam. Dat gebeurt bij de drie personen enkelvoud en de derde persoon meervoud. Er zijn vier soorten klankverandering: 

   e ie    (empezar, comenzar, querer, mentir, perder, ...)

   o ue   (volver, dormir, almorzar, poder, costar, ...)

   e  i      (pedir, servir, corregir, seguir, ...)

   u ue   (jugar)

 

  ie

empezar beginnen
empiezo ik begin
empiezas jij begint
empieza hij/zij/u begint
empezamos    wij beginnen
empezáis jullie beginnen
empiezan zij/u(mv) beginnen
   
querer willen
quiero ik wil
quieres jij wilt
quiere hij/zij wil, u wilt
queremos wij willen
queréis jullie willen
quieren zij/u (mv) willen
   
mentir  liegen
miento ik lieg
mientes jij liegt
miente  hij/zij/u liegt
mentimos wij liegen
mentís jullie liegen
mienten zij liegen

 

 

 o ue

volver terugkomen
vuelvo ik kom terug
vuelves jij komt terug
vuelve hij/zij/u komt terug
volvemos wij komen terug
volvéis jullie komen terug
vuelven zij/u(mv) komen terug
   
encontrar vinden
encuentro ik vind
encuentras jij vindt
encuentra hij/zij/u vindt
encontramos wij vinden
encontráis jullie vinden
encuentran zij/u(mv) vinden
   
dormir slapen
duermo ik slaap
duermes jij slaapt
duerme hij/zij/u slaapt
dormimos wij slapen
dormís jullie slapen
duermen zij/u(mv) slapen

 

 e  i

pedir bestellen, vragen om  
pid-o ik bestel  
pid-es jij bestelt  
pid-e hij/zij/u bestelt  
ped-imos wij bestellen  
ped-ís jullie bestellen  
pid-en zij/u(mv) bestellen  

 

u ue

jugar spelen  
jueg-o ik speel  
jueg-as jij speelt  
jueg-a hij/zij/u speelt  
jug-amos wij spelen  
jug-áis jullie spelen  
jueg-an zij/u(mv) spelen  

 

 

 

3. onregelmatige werkwoorden

 

Veelvoorkomende werkwoorden met een onregelmatige ik-vorm zijn:

 

tener tengo ik heb 
venir vengo ik kom
salir salgo ik ga uit
traer traigo ik breng mee
hacer hago ik maak, doe
oír oigo ik hoor
decir digo ik zeg
caer caigo ik val
conducir     conduzco     ik rijd auto
traducir traduzco ik vertaal
conocer conozco ik ken
saber sé ik weet

  

Veelvoorkomende onregelmatige werkwoorden zijn:

 

ser (zijn)  estar (zijn)  ir (gaan)  
soy estoy  voy
eres estás  vas
es está  va
somos estamos  vamos
sois estáis  vais
son están  van
     
dar (geven)  tener (hebben) oír (horen) 
doy tengo oigo
das tienes oyes
da tiene oye
damos tenemos oímos
dais tenéis oís
dan tienen oyen


 

4. werkwoorden met een spellingsaanpassing

  

Sommige werkwoorden op -uar en -iar hebben bij enkele vormen een geschreven accent nodig om de klemtoon op de juiste plaats te houden.

 

 

continuar doorgaan enviar  (op)sturen
continúo
ik ga door

envío

ik stuur
continúas
jij gaat door envías jij stuurt
continúa
hij/zij/u gaat door envía hij/zij/u stuurt
continuamos wij gaan door enviamos wij sturen
continuáis
jullie gaan door enviáis jullie sturen
continúan
zij/u(mv) gaan door envían zij sturen

 

 

Het werkwoord oler krijgt bij enkele vormen een h- aan het begin.

 

oler ruiken
huelo
ik ruik
hueles
jij ruikt
huele
hij/zij/u ruikt
olemos wij ruiken

oléis

jullie ruiken
huelen
zij/u(mv) ruiken

 

 

Voor meer vervoegingen zie idiomax.com