14552 actieve gebruikers

Inloggen bestaande gebruiker
Aanmelden nieuwe gebruiker

Naar mobiele versie



Werkwoorden | ontkenning


La negación

(ontkenning)

 

No = nee, niet, geen

De ontkenning no staat als regel vóór de persoonsvorm, eventueel hiervan gescheiden door onbeklemtoonde persoonlijke voornaamwoorden of een wederkerende voornaamwoord.

  • Ya no tengo clase de piano.
    (Ik heb geen pianoles meer.)
  • No te lo digo ahora.
    (Ik vertel het je nu niet.)
  • No me despierto pronto.
    (Ik sta niet vroeg op.)

 

Ontkennende woorden als nunca (nooit), nadie (niemand), nada (niets), ninguno (geen een), apenas (nauwelijks), jamás (nooit), ni (noch) en tampoco (evenmin) kunnen vóór de persoonsvorm worden geplaatst. Als ze achter de persoonsvorm staan, is dat in combinatie met no vóór de persoonsvorm.

 

  • Nunca llega a tiempo.= No llega nunca a tiempo.
    (Hij komt nooit op tijd.) 
  • A mí tampoco me gusta. = A mí no me gusta tampoco.
    (Ik houd er ook niet van.)

 

Ontkennende onbepaalde voornaamwoorden 

 

In tegenstelling tot het Nederlands zijn in het Spaans na een inleidend ontkennend woord ook de andere woorden ontkennend.

  • Nunca pregunta nada.
    (Hij vraagt nooit iets.) 
  • No vemos a nadie en ninguna parte.
    (We zien nergens iemand.)
  • Aquí nadie tiene nada que hacer.
    (Hier heeft niemand iets te doen.)

 

Sommige uitdrukkingen krijgen in het Spaans een ontkennende betekenis als deze aan het begin van de zin staan:

  • En mi vida nunca he visto tal cosa.
    (Zoiets heb ik nooit van mijn leven gezien.)

  

Soms worden ontkennende onbepaalde voornaamwoorden gebruikt waar ze in het Nederlands niet ontkennend zijn.

 

- in vergelijkingen:

  • Sofía sabe más que nadie.
    (Sofía weet meer dan wie ook.) 
  • Esto me interesa más que nada.
    (Dit interesseert mij meer dan wat ook.)

 

- na uitdrukkingen van twijfel, ontkenning, onmogelijkheid in de hoofdzin, wordt in de bijzin een ontkennend woord gebruikt:

  • No creo que haya pasado nada.
    (Ik geloof niet dat er iets gebeurd is.) 

 

- na sin, sin que of antes de que:

  • ¡Y yo sin saber nada!
    (Zonder er iets van af te weten!)
  • Mariana salió sin que nadie se diera cuenta.
    (Mariana vertrok zonder dat iemand het merkte.)
  • La policía llegó antes de que pasara nada.
    (De politie arriveerde voordat er iets gebeurd was.)

 

Speciaal gebruik alguno, -a

Als het onbepaald voornaamwoord alguno achter een zelfstandig naamwoord wordt geplaatst, kan het een negatieve betekenis hebben en dus hetzelfde betekenen als ninguno, -a:

  • No encuentro la llave en sitio alguno.
    (Ik kan de sleutel nergens vinden.)
  • No tengo pregunta alguna.
    (Ik heb geen enkele vraag.)

NB

Ni kan heel vaak zelfs niet betekenen (= ni siquiera), vooral na een voorafgaande ontkenning:

  • No tengo ni un libro, no tengo ni un libro siquiera.
    (Ik bezit niet één boek.)

De combinatie ook niet wordt altijd weergegeven met tampoco (en niet met también no).

  • A mí tampoco me gustan estos mejillones.
    (Ik vind deze mosselen ook niet lekker.)


Speciale taaluitingen met nada

 

de nada                                     geen dank
(el café) no me gusta nada ik houd helemaal niet van (koffie) 
nada de nada helemaal niets
nada, nada het geeft niet

nada + infinitivo

nada más entrar ...

al tijdens

al bij binnenkomst ...

nada menos que cien años

niet minder dan 100 jaar

no es nada caro, -a dat is helemaal niet duur
no es nada fácil dat is helemaal niet gemakkelijk
una actitud nada simpática een weinig sympathieke houding

 


 








Beter Spellen  Beter Rekenen  NU Beter Engels  NU Beter Duits  NU Beter Frans  NU Beter Spaans  Beter Bijbel  

© 2019 - NU Beter Spaans is een initiatief van  Martin van Toll Producties

in samenwerking met de redactie van NU Beter Spaans