Si yo estuviera en tu lugar, no se lo ........ .
In jouw plaats zou ik het hem (haar, hun) niet zeggen.
Als ..., dan...: in dit soort zinnen gebruik je na si de imperfecto de subjuntivo. In het andere deel (wat er dan zou gebeuren) gebruik je de condicional.
decía = ik zei (imperfecto)
dije = ik zei / heb gezegd (indefinido)
dijera = ik zei (imperfecto de subjuntivo)
¡En buen lío te has metido ahora!
meterse en un (buen) lio/en líos = zich (flink) in de nesten werken
lío = bundel; pakket; gedoe, heisa, lastig parket
de verkeerde route nemen = extraviarse
in een verloren gat wonen = vivir en el quinto pino
je uit een situatie weten te redden = apañártelas
Germán no (heeft gesnapt) ........ nada de lo que ha dicho el ministro.
pillar = spreektaal: snappen, begrijpen
cazar = jagen
prender = aansteken, aanzetten
recoger = ophalen
La mujer llevaba una blusa (nauwsluitende) ........ .
ajustado, -a = nauwsluitend; strak
abaratado, -a = afgeprijsd
abotonado, -a = dichtgeknoopt
asqueroso, -a = afzichtelijk, afschuwelijk; walgelijk