26 APR 
Mi amiga Frida trabaja en (een reisbureau) ........ .
un escritorio para turistasun refugio para viajeros
una agencia de viajes 
una oficina de turismoagencia de viajes = reisbureau, reisagentschap
De andere opties zijn hier niet correct.
escritorio para turistas = schrijfbureau voor toeristen
oficina de turismo = verkeersbureau, informatiebureau
refugio para viajeros = toevluchtsoord voor reizigers
El autobús llega (bij) ........ la estación.
encona De bus komt bij het station aan.
llegar a = aankomen bij, in, te
De andere voorzetsels zijn hier niet correct.
En Asturias se puede practicar bien el piragüismo.
kitesurfenwildwaterkanoën bungeejumpenparaglidenIn Asturias kun je goed wildwaterkanoën.
bungeejumpen = hacer puenting
kitesurfen = hacer kitesurf
paragliden = hacer parapente
Mañana será (weer een) ........ día.
otraun otrouna otraotro Morgen is weer een dag.
otro, -a = een ander(e)
el día = de dag
Otro, -a wordt zonder het onbepaald lidwoord gebruikt. De combinaties un otro, una otra zijn niet correct.
50% goed
het juiste antwoord (door jou gekozen)
een fout antwoord (door jou gekozen)
