Mi hermana me ........ cuando estábamos comiendo fuera.
Mijn zus belde me toen we in een restaurant waren.
llamó: je gebruikt de indefinido voor een gebeurtenis die een andere gebeurtenis (die aan de gang was) onderbrak. De gebeurtenis die aan de gang was, staat dan in de imperfecto.
De andere werkwoordsvormen zijn hier niet correct.
Barcelona no es ........ grande ........ Madrid.
Barcelona is niet zo groot als Madrid.
tan + bijvoeglijk naamwoord + como = zo + bijvoeglijk naamwoord + als
tan grande como = zo groot als
tanto, -a + zelfstandig naamwoord + como = zoveel + zelfstandig naamwoord + als
En Madrid hay tanto tráfico como en Barcelona.
(In Madrid is evenveel verkeer als in Barcelona.)
'tan - que, tanto - que': dit zijn geen juiste combinaties als het om vergelijkingen gaat.
(In Madrid is het altijd ofwel snikheet ofwel berekoud.)
Madrid: ........ meses de invierno y ........ de infierno.
nueve meses de invierno y tres de infierno = negen maanden winter en drie maanden hel
(Maak je geen zorgen!) ........ .
¡no te preocupes! = maak je geen zorgen!
¡no te desanimes! = geef de moed niet op!
¡no te despistes! = raak niet het spoor bijster!
¡no te molestes! = doe geen moeite!