(De koffie is koud geworden.)
El café ........ frío.
estar frío, -a = koud worden, zijn. Het gaat hier om een toestand, dus gebruik je estar.
Hay trenes de largo recorrido con (slaapwagons) ........ .
Er zijn langeafstandstreinen met slaapwagons.
(el) coche cama = (de) slaapwagon
Meervoudsvorming: bij een samenstelling van twee zelfstandige naamwoorden wordt alleen het eerste woord (het kernwoord) in het meervoud gezet.
De andere combinaties zijn niet correct.
(Hoe laat gaan we naar het restaurant? Om half negen.)
- ¿A qué hora vamos al restaurante?
- ........ .
Op de vraag (om) hoe laat je iets doet, staat in de reactie a + lidwoord + tijdstip.
Vanaf twee uur wordt het lidwoord 'las' gebruikt.
'Son las ocho y media' is de reactie op de vraag: ¿Qué hora es?
'Ocho treinta' is geen juiste reactie op de vraag hoe laat je iets doet.
(Gloria vraagt een broodje met gekookte ham.)
Gloria pide un bocadillo de ........ .
jamón york, jamón de York, jamón cocido = gekookte ham
jamón curado = rauwe, gedroogde ham
jamón en dulce = in witte wijn gekookte ham
jamón serrano = rauwe, in de sierra gedroogde ham
pedir (i) = vragen
pide = hij, zij, u vraagt