Leuk Spaans Leren

Hebben jullie al een kaartje voor het muziekfestival?

tener (ie) = hebben, bezitten

haber (+ voltooid deelwoord) = hebben of zijn als hulpwerkwoord

obtener (ie) = (ver)krijgen

menor = minder, jonger, jongst (uit de context moet blijken of een  jongere zus of de jongste zus van toepassing is)

estar de viaje = op reis zijn

hermano, -a menor = jongere/jongste broer, zus

joven = jong

menor de edad = minderjarig

mínimo, -a = minimaal, gering

dar mala espina = een slecht voorgevoel geven

espina = ruggengraat, wervelkolom; doorn

cadera = heup

mano (la) = hand

rodilla = knie

de puta madre = geweldig, heel tof

Hoewel "de puta madre" iets negatiefs lijkt uit te drukken, betekent het weldegelijk "heel tof". Het is jongerentaal, straattaal.

doodsaai = aburridísimo, -a

gewelddadig = violento, -a

irritant = molesto, -a